Tussen 1994 en 2011 verschenen veel kinderboeken van Robbert Jan Swiers. Het betreffen boeken voor verschillende leeftijden, van prentenboekachtige boekjes voor de allerkleinsten die net kunnen lezen tot jeugdromans voor kinderen vanaf twaalf jaar. Sinds 2011 schrijft Robbert Jan geen kinderboeken meer.
Hap, slik, weg!
In de zee woont haai. Haai is groot en sterk. En hij heeft altijd trek. Dat gaat zo met haai. ‘Hoe gaat het?’, vraagt hij aan krab en kwal en vis. Maar de diren hebben pech. Want haai maakt zijn bek groot. En dan is het: hap, slik, weg! Dan zijn de dieren het zat. Haai eet heel de zee nog leeg! Daarom roepen ze Okkie. Die weet veel en is niet bang. En Okkie heeft een heel goed plan…
Storm over Klein Bonaire
Erik woont op Bonaire. Pien is er net aangekomen. Erik laat haar het eiland zien. Er zijn mooie flamingo’s en hoge zoutbergen. Erik neemt haar ook mee naar Klein Bonaire. Hij laat haar een grot zien, waar hij zijn duikspullen bewaart. Dan komt er een storm. Als dat maar goed gaat…
Mo wordt beroemd
Mo kan optreden bij een festival. Wouter maakt grote tekeningen als achtergrond. Het wordt heel erg leuk. Iedereen vindt Mo mooi spelen. Hij kan zelfs gaan opnemen in een studio.
Mo en zijn trekzak
Mohammed (Mo) en Wouter zijn vrienden. De opa van Mo komt op bezoek. Hij heeft een trekzak bij zich. Mo kan er snel ook op spelen. Samen met Wouter gaat hij de stad in. Daar treedt Mo op. Wouter lokt de mensen om te komen luisteren.
Pim zoekt een schat
Pim speelt piraat, buiten in de zandbak. Hij duwt plassen water tegen een bootje. Zo lijkt het een storm. En een paar poppetjes zijn de mannen op de boot. Pim doet alsof het heel gevaarlijk is op de boot. Hij maakt een reuzengolf! ‘Help!’, roepen alle mannen, want ze slaan bijna over boord. Maar Pim redt iedereen. Dan komt er een ander schip, met een vlag met een doodskop. ‘Help!’, roepen alle mannen, want ze moeten flink vechten. Maar Pim helpt iedereen. Dan zijn ze bij een eiland. En op dat eiland ligt een schat…
Echo en het monster
In het dorp Onderberg wordt iedereen gek van een vreemd gebrul. In de bergen zit een verschrikkelijk monster. Iedereen is het erover eens. Er moet iets gebeuren! Iemand moet met het monster gaan praten. Maar niemand durft. Behalve Bram. Hij trekt alleen de bergen in, op zoek naar het monster.
Jonas zoekt de lente
Het is aan het eind van de winter. De sneeuw bedekt het land. Jonas is een paar dagen vrij. Hij slaapt bij oma op haar boerderij. Jonas is de winter zat. Hij wil graag dat het lente wordt. Daarom gaat hij naar de kikkers en de boom. En naar de egel en de koeien. Om te vragen wanneer het lente wordt. Maar de dieren vinden het nog veel te koud. Ze willen nog niet naar buiten. Ze willen niet, voor nog geen goud!
Het eiland van de wolken
Tim gaat met mam naar het strand. hij heeft een vlieger mee. Een vlieger met een aap erop. Als mam twee ijsjes haalt, is Tim alleen met de vlieger. Plots geeft de wind een harde ruk. De vlieger tilt Tim de lucht in. Dan komt de aap van de vlieger af. Hij heet Jok. Tim en Jok vliegen ver weg met de vlieger. Ze gaan naar een eiland. Een eiland heel ver weg. Het eiland van de wolken…
De eerste zwemles
Joost gaat naar zijn eerste zwemles. Met kinderen die hij kent. Ze staan bloot in de kleedkamer. Ze zien er allemaal anders uit. Ze lachen wat af. Dan maken ze een grapje met de juffrouw. Dan blijkt dat die juf hun zwemjuf is…
Tussen de kromme eiken
Kasper en Suzan zijn broer en zus. Ze gaan samen met papa naar het bos en het strand. Ze spelen daar en hebben veel plezier. Terug door het bos ziet Suzan een hertje. Het is een jong hertje, een reekalf. Het is dood. Wat zullen ze ermee doen…
De maan krijgt blauwe plekken
Job woont in een dorp. Er is een wedstrijd van boogschieten. Job doet ook mee. De nacht ervoor heeft hij een droom. Hij wordt boos op de maan. Job schiet de maan naar beneden. Met een harde bons valt de maan in het weiland. Iedereen is boos. Hoe moet dat nu, zo zonder maan? Hoe krijgt Job de maan weer terug aan de hemel…