01-07-2003

01-07-2003

Kasteel Westhove bij Oostkapelle. illustratie Erik van Ommen

Walcheren wordt weer dé tuin

Walcheren stond vroeger wijd en zijd bekend als de tuin van Zeeland. Weelderig groen, fraaie buitenplaatsen, kortom – aan bezoekers ontvouwde zich ‘een zeer aangenaam panorama’. Daaraan kwam een abrupt einde door de geallieerde bombardementen op de zeeweringen, in oktober 1944. Het overgrote deel van het eiland kwam langdurig onder invloed van het zoute zeewater te staan. Alleen de duinstrook en enkele polders bij Vrouwenpolder en Nieuw- en Sint-Joosland bleven droog.

Bijna zestig jaar later is Walcheren op weg om de nieuwe tuin van Zeeland te worden. Dit ondanks de direct na de inundatie uitgevoerde herverkaveling en de latere ruilverkaveling, die anno 2003 nog steeds niet is afgesloten. Die hebben wel voor rechtere lijnen en grotere kavels gezorgd, maar het kleinschalige is niet helemaal verloren gegaan. Hoewel de glorie van weleer niet meer straalt, staan buitengebied en duinen weer royaal in het groen.
De inundatie droeg daaraan ook een steentje bij. Noem het een geluk bij een ongeluk. Achter de dijkdoorbraken zijn nieuwe natuurgebieden ontstaan. Wie van de geschiedenis geen weet heeft, denkt dat ze er al eeuwenlang liggen.
De kreek- en bosgebieden bij Veere, Westkapelle en Rammekens vormen nu samen met de duinstrook van Vlissingen tot de Veerse Gatdam dé natuurparels van Walcheren. Ze zijn grotendeels in beheer bij Staatsbosbeheer, dat ervoor zorgt dat recreanten er bijna overal van kunnen genieten. Slechts enkele kleinere, kwetsbare gebieden zijn niet-toegankelijk. In het boek Een zeer aangenaam panorama bieden Robbert Jan Swiers (tekst) en Erik van Ommen (illustraties) een inkijk in de oude en nieuwe natuur op Walcheren.
Ze beginnen vér terug in de tijd, in de Nieuwe-Steentijd (4000 – 2000 voor Christus). Via de Romeinse tijd en de Middeleeuwen komen ze in het heden. Van noord, tegen de klok in, naar zuid behandelen Swiers en Van Ommen de natuurgebieden, zich beperkend tot die van Staatsbosbeheer, waardoor bijvoorbeeld Oranjezon buiten beeld blijft. Verhaald wordt over de plaatselijke geschiedenis, de oorsprong van de huidige verschijningsvorm en de vele natuurwaarden die er te vinden zijn. Daarvan kennis nemend, krijgt een wandeling door zo’n gebied wat extra’s mee. Helaas is één van de interessantste plekken, de eendenkooi van Slikkenbosch bij Oostkapelle, niet voor publiek ontsloten. Ongetwijfeld de meeste afwisseling biedt de Manteling van Walcheren, de kuststrook tussen Domburg en de Veerse Gat-dam. Duinen, bossen en buitenplaatsen. Bijzondere aandacht krijgt kasteel Westhove (nu jeugdherberg en biologisch museum in de oranjerie), dat in 1277 door de abdij van Middelburg werd gekocht als lusthof voor de abten. In feite is die omschrijving ook naadloos van toepassing op de buitenplaatsen die in de 17e en 18e eeuw door vooral Middelburgse regenten en kooplieden werden aangelegd.
De natuurgebieden op Walcheren hebben elk een eigen charme. Het duingebied bij Valkenisse is anders dan de Manteling en de duinen bij Vrouwenpolder (waar bij Breezand nieuwe duinenvorming optreedt). Robbert Jan Swiers merkt op dat sommige gebieden het best tot hun recht komen in bepaalde jaargetijden. De bossen van de Manteling kleuren in het voorjaar geel van de narcissen. Rammekens laat zich van zijn kleurrijkste kant zien in de herfst, als de verkleurde baksteen een verbond aangaat met de bladeren en het gele riet. Het vroongebied bij Westkapelle is geknipt voor een schimmige decemberdag, als de lucht grauw is van aangekondigde sneeuw.

Rinus Antonisse
Een zeer aangenaam panorama.
Natuurgebieden van Staatsbosbeheer op Walcheren, van Veere tot Rammekens.
Tekst Robbert Jan Swiers, illustraties Erik van Ommen.
Uitgeverij Den Boer/De Ruiter, Middelburg, in samenwerking met Staatsbosbeheer, regio West-Brabant/ Deltagebied.
Prijs € 12,90.
Tekeningen uit het boek zijn te zien in de Drukkerij te Middelburg.
De landschapsaquarellen van Van Ommen hangen in galerie De Praktijk te Wissenkerke.