08-11-2000

08-11-2000

Boek geeft andere kijk op Zeeland

Onlangs verscheen het boekje ‘Tussendijks‘ van Robbert Jan Zwiers. Het eerste deel in de natuurreeks, dat geschreven is in opdracht van de provincie Zeeland. Aanleiding voor dit handzame naslagwerkje was de wens van de provincie om gaande ontwikkelingen in het oog te houden en de bestaande toestand van de natuur vast te leggen. De provincie wil dit gaan doen door jaarlijks een boekje uit te brengen.

Het 56 bladzijden tellend boekje is bedoeld voor mensen die zijn geïnteresseerd in de natuur van Zeeland, dus zowel voor bewoners als bezoekers. De basis voor de publicaties zijn de vele onderzoeksresultaten van de laatste jaren, zowel geïnitieerd door de overheid vanuit natuurbeheer- en particulier motief. In het eerste deel zijn de polders uitgelicht. Momenteel zijn er veel projecten die zich in de polders afspelen. In het kader van de natuurcompensatie voor de verdieping van de Westerschelde wordt nadrukkelijk naar de polders gekeken. Vanuit een nieuwe visie op water is aandacht voor het peilbeheer in de polders, maar ook uit de hoek van recreatie en toerisme dient een visie gevormd te worden. In het boekje worden een aantal sprekende voorbeelden genoemd, daar het uiteraard te ver zou gaan om alle polders te benoemen.

Klonten

De inleiding beschrijft de mening van de schrijver Maarten Biesheuvel over de oorzaak van de daling van de Noord­Bevelandse polders. ‘Handenwringend zag hij de mistroostige boeren naar hun natte landerijen kijken….af en toe kwam er een tractor met daarachter een kar op twee wielen geheel gevuld met klonten aarde. Pas als je die klonten beter bekeek kon je zien dat het eigenlijk bieten waren. Hier verdween heel wat kostbare zeeklei naar de fabrieken… (Uit het verhaal Dronkenschap uit de bundel De weg naar het licht) Het is duidelijk, de polders komen steeds lager te liggen. Door een laag gehouden grondwaterpeil klinkt de klei in en door een stijging van de zeespiegel komt de polderbodem in verhouding nog lager te liggen. Verder wordt er een hoofdstuk gewijd aan de ontstaansgeschiedenis, de strijd tegen het water en het aanleggen van dijken. Vanaf de zestiende eeuw, zo is te lezen, worden er grote stukken polder omringd met dijken. En zo zijn er in Zeeland 639 polders ontstaan. Vandaar is het maar een kleine stap naar een van de belangrijkste aspecten van de polders, de waterhuishouding. Dat is in de afgelopen eeuwen gecontroleerd met behulp van ebsluizen, watermolens, stoomgemalen en tenslotte in deze eeuw met behulp van elektrische en dieselgemalen.

Hoogteverschil

Grappig is het ook om te lezen dat er in onze platte provincie heel wat meer hoogteverschil in onze provincie is dan je op het eerste gezicht ziet. De bodem van Middelburg kent een hoogteverschil van zes meter. Dit is geen speling van de natuur maar veroorzaakt door hoe de bewoners omgaan met hun afval. En wat te denken van de ‘hollebolle’ weitjes, kreekruggen, poelen en vliedbergen. Al bladerend wordt de geïnteresseerde lezer gewezen op vaak zo gewone situaties die in werkelijkheid vaak uniek in de wereld blijken te zijn. En in die kleine ecosystemen floreert een geheel eigen flora en fauna die je nergens anders vindt. Invloeden van de mens door middel van akkerbouw brachten natuurlijk veranderingen in bestaande situaties. Er ontstond meer eenvormigheid, maar door akkerrandenbeheer kwam er weer variatie. Tussendijks van Robbert Jan Zwiers is een boekje dat je na het lezen een andere kijk op Zeeland geeft.

Een van de foto's uit het boekje laat een sfeerbeeld bij Nisse zien.