09-06-2006

09-06-2006

Schrijver Robbert Jan Swiers is te gast in groep 7 van obs De Kirreweie.

Elke dag een nieuw idee voor een boek

Robbert-Jan Swiers vertelt

BURGH-HAAMSTEDE – „Hoe is het om schrijver te zijn, waarom bent u schrijver geworden, hebt u wel eens een fout gemaakt, wat verdient u ermee en verzint u elke dag iets nieuws voor een verhaal?” De kinderen van groep 7 van openbare basisschool De Kirreweie in Burgh-Haamstede raken nauwelijks uitgevraagd, donderdagochtend tijdens het bezoek van auteur Robbert-Jan Swiers uit Middelburg.

Hij is een van de tien kinderboeken-schrijvers die in het kader van het Oregio Groot Schrijversfestival enkele basisscholen in Zeeland bezoeken om over hun vak te vertellen. Het festival is een initiatief van de bibliotheken en de bibliobussen in de Oosterschelderegio. Swiers begint zijn Schouwen-Duiveland-toer langs vier scholen in de Westhoek. Hoe het is om schrijver te zijn? „Soms heel eenzaam. Dan zit ik alleen in een kamertje achter mijn computer”, antwoordt de auteur. Maar zo’n bezoek als dit in een klas met enthousiaste kinderen is een leuke kant van het werk en
het uitkomen van elk nieuw boek ervaart Swiers als een feestje.
Hij is schrijver geworden omdat hij als kind al allerlei verhalen in zijn hoofd had. Over Vikingen die ten aanval trokken, bijvoorbeeld. Maar ook nu hij inmiddels 47 jaar is, krijgt Swiers elke dag wel een nieuw idee voor een verhaal ingegeven.

Stoplicht

Soms gebeurt dat zomaar, als hij staat te wachten voor een stoplicht dat vrij lang op rood staat. Zo bood een merkwaardig duo op het zebrapad hem de inspiratie voor het boek Spierpijn over een mollig meisje dat door haar magere, doortastende moeder mee op sportvakantie wordt genomen.
Soms is het alleen maar een woord dat hem op ideeën brengt, of zelfs een verschrijving. „Zo wilde ik een keervleermuis’ typen, maar dat werd per ongeluk ‘vleemruis’. Dat vond ik een mooi woord en dat gebruik ik dan later weer in een verhaal”, legt Swiers uit. Zijn eigen fantasie biedt verder een onuitputtelijke bron voor de tientallen kinder
boeken die al van zijn hand zijn verschenen. En er liggen nog plannen genoeg op de plank. Een boek bijvoorbeeld over een haai als verpleegster die haar eigen cliënten opeet. En een verhaal over twee kinderen van wie de opa en oma een oud theatertje beheren en waar op zolder allemaal attributen van vroegere voorstellingen liggen opgeslagen.
„Misschien zou u wel bijna miljonair kunnen zijn als u het geld alle jaren had opgeteld”, veronderstelt een leerlinge van De Kirreweie als de auteur een indicatie geeft van wat hij per jaar ongeveer verdient. Swiers knikt daarop eens bedenkelijk en zegt: „Maar het vervelende is dat je het geld dat binnenkomt ook snel weer uitgeeft.”
Hij doet nog veel meer dan het verzinnen en het schrijven van verhalen, laat hij desgevraagd weten. Naast zijn vaste baan op de afdeling communicatie van de provincie speelt hij in de band The Beamholes, genoemd naar ’t Balkengat, het straatje in Middelburg waar de groep repeteert. Verder werkt Swiers samen met grafisch vormgever Ramon de Nennie aan de theatervoorstelling The Lord of Fools.

Kunstschilder

Verder heeft hij een boek voor volwassenen in voorbereiding over het leven en het werk van kunstschilder Theo Voorzaat uit Dreischor. De bedoeling is dat dit boek in het voorjaar van 2007 verschijnt als aanvulling op een grote Voorzaat-expositie in het Marie Tak van Poortvliet Museum in Domburg. Na het uurtje in groep 7 van De Kirreweie spoedt Swiers zich naar Zierikzee om daar bij de openbare basisscholen Binnen de Veste, ’t Kofschip en Theo Thijssen over zijn vak te vertellen en passages voor te lezen uit onder meer Frankie en de kapitein, Schimmelkaas en Kouwe Thee en De maan heeft blauwe plekken.

Ali Pankow