31-05-2005

31-05-2005

Kuipers en Swiers bundelen geschiedenis van provincie Zeeland

Met het boek Het verhaal van Zeeland een duik nemend in de geschiedenis van de provincie, komt onwillekeurig de vraag op waarom er in ’s hemelsnaam een imagocampagne nodig is. Hoe kan een gewest met zo’n rijke en veelkleurige geschiedenis, dat mede bepalend was voor het ontstaan van Nederland, nationaal gezien afzakken naar de anonimiteit? Zodat nu mensen met een reclameboodschap gelokt moeten worden om de bevolking op peil te houden.

De auteurs Jan Kuipers en Robbert Jan Swiers geven daar gedeeltelijk een antwoord op. In de periode 1813-1914 veranderde Zeeland van handelsgewest in hongerende landbouwprovincie. Die neergang echoot lang na. Tweede Wereldoorlog en Februariramp 1953 maakten het herstel tot een provincie met (inter)nationale uitstraling er niet gemakkelijker op. De toekomst ziet er nog steeds niet aanlokkelijk uit, Zeeland wordt wel voller, niet zozeer met mensen als wel met gebouwen en infrastructuur.
Kuipers en Swiers noemen Het verhaal van Zeeland eerst en vooral een boek van mensen die dit gebied in bezit namen, het soms weer verlieten en dan toch weer terugkeerden. ‘Het is ook het verhaal van de landschappen die steeds meer cultuurlandschappen werden, naarmate de mens zich er nadrukkelijker mee bemoeide.’ Rode lijn door de hele historie is de verhouding tot de zee. ‘Die kansen schiep en dromen de grond inboorde, die getemd moest worden en zich daar vaak aan ontworstelde, die rijkdom verschafte en de bewoners evengoed aan de bedelstaf hielp of ombracht.’
De hoogte- en dieptepunten uit de Zeeuwse geschiedenis staan er allemaal in. De vroege bewoning (er zijn Neanderthalers geweest), de aanwezigheid van de Romeinen, de invallen van de Vikingen, de inpolderingen en het landverlies, de opkomst van de steden en de handel, het verloop van de Tachtigjarige Oorlog (en het vervaardigen van zes wandtapijten over de strijd tegen de Spanjaarden), de oprichting en bloei van de handelscompagnieen en de kaapvaart (de Gouden Eeuw), de zeehelden (met natuurlijk het verhaal over Cornelis Evertsen die zijn schip met iets teveel bravoure op Vlissingen aanstuurde en strandde), enzovoorts. Tot en met de oprichting van de Roosevelt Academy in 2004. Voor de liefhebbers is er een overzicht van de graven van Holland en Vlaanderen en de hertogen van Bourgondië. De verhalenlijn wordt afgewisseld met kaders over mensen en uiteenlopende onderwerpen, zoals zendeling Willibrord, landvoogden Margaretha van Parma en de hertog van Alva, de Zeeuwse Rekenkamer, waterbouwkundige Andries Schraver, Izaak Sanderse, verplicht militair van Napoleon en de onvermijdelijke ondergang van Reimerswaal. Voor mensen die zich wel eens verdiepen in (delen van) de Zeeuwse geschiedenis zijn de beschrijvingen erg herkenbaar. Kracht van Het verhaal van Zeeland is vooral dat het allemaal op een rij gezet, best indruk maakt.
Het boek omvat zeven hoofdstukken. Vijf volgen de tijd: vanaf de prehistorie tot 2000. Twee behandelen thema’s: de strijd tegen het water (dijken, stormvloeden, verdronken landen, deltawerken) en het cultureel erfgoed (streektaal en -dracht, folklore, de Zeeuwse identiteit). Het laatste hoofdstuk over de jongste geschiedenis kostte de meeste moeite, omdat daarover nog geen complete (wetenschappelijke) geschiedschrijving voorhanden is. Dat lijkt dan ook het meest op een provinciale informatiefolder.

Europese Grondwet

De opzet van het nieuwe boek over de geschiedenis van de provincie doet denken aan wat de Europese Grondwet wordt genoemd. Een bundeling van eerder verschenen publicaties, ofwel oude wijn in een nieuwe zak. De auteurs onderkennen dat zelf ook: ze hebben op basis van literatuuronderzoek een beeld proberen te schetsen van de geschiedenis van Zeeland. Geen verrassingen, geen nieuwe ontdekkingen of invalshoeken. Kuipers en Swiers verontschuldigen zich bij voorbaat. Het is een verhaal dat hoogstens op hoofdlijnen ‘compleet’ kan zijn. ‘Hadden we meer ruimte gehad, dan waren er meer verhalen geschreven over kleurrijke mensen, boeiende handelsrelaties, opmerkelijke conflicten en religieuze uitingen.’ Vraag is of daar behoefte aan is: dergelijke verhalen verschijnen al regelmatig in de (vele) publicaties over de Zeeuwse historie.
Naast een bundeling van wat al eens geschreven is, zou meer duiding over de positie en betekenis van Zeeland en de opkomst en neergang van een ooit trots gewest, zinvol zijn geweest. Zoals met de recente geschiedschrijving van Jan Zwemer (en anderen) over de periode 1944-1965 is gebeurd. Nu is het ruim driehonderd pagina’s nogal opsommerig. Op meer diepgang – en daarmee meer verrassing – is de uitgever kennelijk niet uit geweest.

Rinus Antonisse
Het verhaal van Zeeland door Jan Kuipers en Robbert Jan Swiers.
Uitgeverij Verloren, Hilversum.
Prijs €25,-.
Het boek wordt 1 juni in De Drukkerij te Middelburg gepresenteerd